Hout is een fantastisch natuurproduct dat zich leent voor diverse doeleinden. Net zoals de mens is iedere boom verschillend, zelfs de kleinste bestanddelen verschillen van elkaar. Dat is wat hout zo interessant maakt. Een andere bijzondere eigenschap van hout is de grote verscheidenheid aan natuurlijke kleuren en nerven, die ervoor zorgen dat lichte kleur– en nerfschakeringen onvermijdelijk zijn en zo het authentieke karakter van hout bevestigen.

Het is in ontelbare soorten te verkrijgen en elke soort heeft z'n eigen kleur, hardheid en nerfstructuur. Hout ten behoeve van de meubelindustrie is afkomstig van naaldbomen en loofbomen. Naaldbomen komen voor in o.a. Nederland en Scandinavië. Doordat deze bomen relatief snel groeien, ontstaat er een zachte houtsoort. Voorbeelden hiervan zijn vuren en grenen. Loofbomen zijn voornamelijk afkomstig uit de Verenigde Staten en Europa en kenmerken zich door een langzame groei waardoor het hout meestal harder is. Voorbeelden hiervan zijn eiken, berken, beuken en teak.

Omdat hout kan krimpen onder invloed van droge lucht en uitzetten door te vochtige lucht is het aan te raden om altijd een stabiele vochtigheidsgraad van 50-60% in de kamer te voorzien.

Houtsoorten

Vuren en grenen
Een zachte houtsoort afkomstig van naaldbomen. Gevoelig voor stoten, dus er kunnen makkelijk deukjes in het meubel ontstaan. Soms treft u een meubelstuk aan met hars (eigenschap van de naaldboom). De nerf van deze houtsoort is redelijk grof. Belangrijkste eigenschap is de warme uitstraling van grenen en vuren. Maar doordat de houtsoorten zo zacht zijn, zijn ze vaak niet geschikt voor bijvoorbeeld gezinnen met kleine kinderen.

Beuken
Een harde houtsoort afkomstig van de beuken boom. Wordt voornamelijk gebruikt voor Scandinavische meubelen. Deze houtsoort is erg stevig en dus nauwelijks gevoelig voor deuken. Het wordt daarom ook vaak gebruikt in scholen en kantoren. De nerf van deze houtsoort is redelijk fijn.

Eiken
Het hout van de aloude eikenboom wordt al sinds jaar en dag gebruikt. Deze zeer harde houtsoort is makkelijk verkrijgbaar en heeft ideale eigenschappen. Het heeft een warme en degelijke uitstraling en beschadigd minder snel dan bijvoorbeeld vuren en grenen. De nerf van deze houtsoort is normaal (niet te fijn en niet te grof). Nog altijd wordt eiken gezien als de beste houtsoort om meubelen van te maken.

Noten, Mahonie en Kersenhout
Deze houtsoorten zijn afkomstig van loofbomen. Deze harde houtsoorten hebben een zeer eigen karakter. Een zeer fijne nerfstructuur geeft deze houtsoort een klassieke uitstraling.
Bij notenbomen komt het af en toe voor dat er onderaan de boom wortelknollen groeien. Wanneer dit voorkomt worden deze wortelknollen in fineerlagen opgedeeld waarna het wortelnoten genoemd wordt. Omdat het zeer zeldzaam voorkomt is dit een kostbare houtsoort. Het is altijd fineer.

Rotan (Manou)
Rotan is de familienaam van liaanachtige plantensoorten die in de jungles van Azië groeien. Een van de bekendste soorten is manou, afkomstig van het eiland Sumatra in Indonesië. Het fabricageproces van het maken van een rotanmeubel is in z'n geheel handwerk. Rotan/Manou geeft het interieur een exotische sfeer.
Nadeel van Manou/Rotan is dat het niet zo sterk is als massief hout en wanneer het eenmaal begint te slijten bestaat de kans dat er delen uit gaan steken zodat je er bijvoorbeeld je kleding aan open kunt halen.
Een vervanger voor Rotan is Loom. Dit bestaat uit ijzerdraad omwikkeld met papier. Het voordeel van Loom is dat het vele malen sterker is dan Rotan. Zo kan het bijvoorbeeld niet splijten, is het veel soepeler en is het "door en door" geverfd. Nadeel is dat het veel kostbaarder is.

MDF
MDF bestaat uit en plaatmateriaal van samengeperste houtvezels (spaanplaat heeft grovere vezels dan MDF). Meubelen van dit materiaal zijn dekkend gelakt. Alpine wit, parelgrijs, mintgroen, met MDF zijn alle kleuren mogelijk. Doordat de vezels van MDF zo sterk zijn samengeperst is het een stevige houtsoort en is het makkelijk te bewerken.

Koloniale houtsoorten
Deze houtsoort is een verzamelnaam voor meerdere hardhoutsoorten. Voorbeelden zijn: teak, merbau, siam, bangkirai, sisam en durian. Vrijwel alle koloniale meubelen worden in India en Indonesië gemaakt. De grote klimaatverschillen tussen Azië en Europa zorgen ervoor dat het hout blijft werken. Dit betekent dat scheurtjes, trekken of krimpen tijdens het gebruik kunnen ontstaan. Dit geeft ook het authentieke karakter aan de meubelen van deze houtsoort.